Context en landelijk beleid
Bijgewerkt op 1 oktober 2025

Opwek van energie op Rijksgrond (OER): 11 veelgestelde vragen en antwoorden

Zon langs Rijkswegen

Het Rijk draagt met Energie op Rijksgrond bij aan de realisatie van de doelen uit de Klimaatwet. Het landelijk programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER) voert dat uit. In dit artikel geven we antwoord op 11 veelgestelde vragen over OER. Zo lees je welke routes er zijn om als coöperatie zon op Rijksgronden te ontwikkelen. 

Veelgestelde vragen en antwoorden over OER

Wat is OER?

Bij een OER-project zijn veel partijen betrokken. De Staat der Nederlanden is de eigenaar van de grond. Rijkswaterstaat is projectleider en verzorgt ook het participatieproces met omwonenden. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) beheert de gebouwen en gronden van de Rijksoverheid en Defensie. Als het gebruik van de grond verandert – bijvoorbeeld doordat er een zonnepark komt – dan regelt het RVB de zakelijke kant.

Ook provincies en gemeenten spelen een belangrijke rol. Zij zorgen immers voor de ruimtelijke inpassing en de vergunningverlening. Het opstellen van participatiebeleid – met regels die de basis vormen voor de gronduitgifte van rijksgrond – ligt bij de gemeente. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) adviseert over financiële participatie en lokaal eigendom, en kan gemeenten ondersteunen bij hun participatiebeleid.

Tenslotte kunnen projectontwikkelaars belangrijke partners zijn. Niet alleen brengen ze ervaring en technische kennis mee, maar in sommige OER-trajecten is samenwerking in een consortium – waar een projectontwikkelaar deel van uitmaakt – ook een voorwaarde.

Hoe verloopt een OER-project?

Rijkswaterstaat onderscheidt 5 fasen in de totstandkoming van energieprojecten op Rijksgronden:

  1. Voorverkenning
  2. Verkenning
  3. Planvorming
  4. Inschrijving
  5. Exploitatie

Vanuit de Participatiecoalitie adviseren Energie Samen, NMF en HIER om al in een vroeg stadium de samenwerking op te zoeken. Het participatietraject krijgt namelijk vorm tijdens de verkenningsfase. Dan is er nog volop ruimte om mee te denken over zaken als financiële participatie, lokaal eigendom en de inrichting van het park, bijvoorbeeld in combinatie met natuurontwikkeling of landschapsherstel.

Wil je hierbij aanhaken? Lees meer over de werkwijze binnen OER of neem dan contact op met Rijkswaterstaat via energieoprijksgrond [at] rws.nl

Heb je hulp nodig om in contact te komen met OER-projecten? Dan kun je ook aankloppen bij de Participatiecoalitie:

Is er een OER-project bij mij in de buurt?

Op de website van OER staat een overzicht van alle projecten. Als je een keuze maakt voor één van de locaties, zie je ook de fase waarin het project zit. Let op: er komen geregeld extra projecten bij.

Bij welke regionale samenwerking kan ik aansluiten?

Is een project nog niet gestart, maar wil je alvast meedenken over participatie? Kijk dan of er in jouw buurt al een actieve energiecoöperatie is. Een handig overzicht vind je via de zoekmachine op de site van Energie Samen of in de Lokale Energie Monitor. Of vraag bij je regionale koepel van energiecoöperaties na of er al een samenwerking is opgezet rond een OER-locatie in jouw omgeving.

Voorbeelden van regionale netwerken zijn:

  • Drentse Zonneroute A37
    Een aan te leggen zonnepark langs de A37, in de gemeenten Hoogeveen, Coevorden en Emmen.
  • Wind4U
    Windenergie in de regio Amersfoort langs de A28 en de Vlasakkers

Hoe kan ik als energiecoöperatie meedoen aan een OER-project?

Dat kan op diverse manieren. Ons advies: neem zo vroeg mogelijk contact op met Rijkswaterstaat via energieoprijksgrond@rws.nl. Informeer ook bij regionale koepel van energiecoöperaties of zij al betrokken zijn.

Hoe bewoners kunnen participeren verschilt per gemeente en hangt af van het lokale beleid voor zon- of windprojecten op land. Check daarom vooraf of de betrokken gemeenten beleid hebben over participatie, lokaal eigendom en natuurwaarden. Soms stellen zij hieraan specifieke voorwaarden of zelfs verplichtingen.

Lees er meer via het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie (NPRES) over lokaal eigendom in OER-projecten.

Hoe achterhaal ik het beleid van de gemeente?

Vastgesteld beleid vind je op de gemeentewebsite of in het raadsinformatiesysteem. Je kunt het beleid ook rechtstreeks bij de gemeente opvragen. Hierbij kun je op een aantal zaken letten:

  • Welke ambities worden er genoemd in dit beleid? Sluiten die aan bij de voorwaarden voor planologische medewerking?
  • Welke stakeholders worden benoemd als betrokken bij het project?
  • Welke rol voorziet de gemeente voor bewonersinitiatieven?

Meer weten over lokaal eigendom?

Energie Samen en NP RES publiceerden in 2024 een onderzoek naar de borging in lokaal beleid. Via de bronnenlijst kun je gemakkelijk het relevante beleid achterhalen (let op: beleid dat vanaf januari 2024 is vastgesteld staat niet in deze lijst). Ook op de site van Energie Samen vind je veel informatie en de whitepaper "het waarom van Lokaal eigendom".

Welke routes zijn er om binnen OER-projecten lokaal eigendom te realiseren?

Op de website van NP RES vind je een handig overzicht waarin wordt uitgelegd hoe lokaal eigendom binnen OER-projecten kan worden gerealiseerd

OER-projecten zijn vaak grootschalig en beslaan regelmatig meerdere gemeenten. Houd er rekening mee dat die gemeenten verschillend beleid kunnen hebben over lokaal eigendom. Binnen OER-trajecten is het daarom wenselijk om dit beleid zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Het Rijk heeft als grondeigenaar zelf ook invloed op de realisatie van lokaal eigendom, door voorwaarden op te nemen in de gronduitgifte.

Op de website van NP RES worden hiervoor drie routes beschreven:

  1. Tenderen op basis van samenwerking met koepel van coöperaties
  2. Tenderen op aanpak lokaal eigendom
  3. Vroeg in de voorbereiding tenderen

Deze routes zijn te onderscheiden op basis van twee variabelen:

  1. Wel of geen aangewezen koepel voor de omgeving
    Gemeenten kunnen ervoor kiezen om tot 50% van het project te reserveren voor een koepel van coöperaties. Zo’n koepel wordt via een verordening aangewezen als een open en toegankelijke vertegenwoordiger van de omgeving.
  2. Moment van gronduitgifte
    De gronduitgifte (zie vraag 10) kan vóór of na de planvorming plaatsvinden. Dit bepaalt in welke mate de winnende partij kan meedenken en meewerken in de planvorming en de verdere projectontwikkeling.

 

 

Timing van de gronduitgifte
Vroeg (voor planvorming)Laat (na planvorming)
Tot 50% van het project reserveren voor een koepel die de omgeving vertegenwoordigtWel Route 1: “tenderen op basis van samenwerken met koepel”
NietRoute 3: “vroeg tenderen in de voorbereiding”Route 2: “tenderen op aanpak lokaal eigendom”

Het OER-projectteam – bestaande uit de Rijkspartijen en de relevante gemeenten – bepaalt voor welke route wordt gekozen. Voor lokale coöperaties is het dus verstandig om vroegtijdig informatie in te winnen over deze opties, en met de gemeente in gesprek te gaan. Zo kun je tijdig je voorkeur kenbaar maken.

Wat zijn de voor- en nadelen van de routes voor lokaal eigendom?

Voor- en nadelen per route zijn uiteraard altijd afhankelijk van de lokale context en vanuit welk perspectief je naar een variant kijkt. Daarom baseren we ons op de ervaringen van lokale initiatieven, die al actief zijn in OER-trajecten.

Vooraf toewijzen van eigendom aan een koepelcoöperatie

Voordelen:

  • Meer zekerheid over deelname: als een koepel vooraf wordt aangewezen, weet je als coöperatie zeker dat je kunt deelnemen. Zonder vooraf aangewezen koepel doe je mee in de gronduitgifte, maar loop je het risico dat je de tender niet wint.

Nadelen:

  • Beperkt aandeel: het vooraf toegewezen eigendom kan niet worden vergroot. Is bijvoorbeeld afgesproken dat het 50% is, dan wordt dat later niet alsnog 100%.
  • ‘Gedwongen huwelijk’: de koepel en de partij die de grondovereenkomst winnen, kennen elkaar vaak nog niet en hebben geen gezamenlijk ontwikkeltraject doorlopen. Dat kan een uitdaging zijn, al hoeft het een goede samenwerking niet in de weg te staan.
  • Minder keuzevrijheid: in route 2 en 3 heb je als coöperatie wél de ruimte om eerst partners te zoeken die bij je passen, voordat je inschrijft op de tender.

Moment van gronduitgifte

Vroege gronduitgifte

Voordelen:

  • Invloed op de ontwerpkeuzes in het project. Doordat je vroeg wordt geselecteerd zijn er nog veel projectkeuzes te maken, bijvoorbeeld over indeling van de zonnepanelen, natuurelementen en over het te voeren participatietraject.
  • Je bent van af de start betrokken bij participatietraject met de omgeving. Dat geeft je als coöperatie ook meer tijd om de leden te werven en geld op te halen bij de leden.

Nadelen:

  • Omdat het project nog in een vroeg stadium zit, zijn er meer onzekerheden over de uiteindelijke haalbaarheid en kosten.

Late gronduitgifte

Voordelen:

  • Zijn er eigenlijk niet.

Nadelen:

  • Als de gronduitgifte pas laat plaatsvindt, zijn in eerdere fases al veel keuzes gemaakt en is de koers van het project grotendeels bepaald. Er blijft dan minder ruimte over om invloed uit te oefenen.
  • Ook is een groot deel van het participatieproces met de omgeving vaak al afgerond. Voor coöperaties die bewoners nog willen mobiliseren, kan dit betekenen dat kostbare tijd verloren gaat.

Hoe wordt bepaald welke partij een OER-project mag gaan uitvoeren?

De Rijkspartijen bepalen via een gronduitgifteprocedure welke partij(en) het recht krijgen om de grond te gebruiken. Gronduitgifte betekent dat de Staat grond voor langere tijd beschikbaar stelt, waarbij de gebruiker een jaarlijkse vergoeding betaalt.
Deze gronduitgifte wordt georganiseerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Dit lijkt op een aanbesteding, maar valt onder een andere regeling. Wel geldt, net als bij aanbestedingen, dat de gronduitgifte marktconform moet gebeuren: het Rijk mag geen partijen voortrekken of achterstellen.

Bij de gronduitgifte kunnen verschillende eisen worden gesteld aan inschrijvers. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Ervaring en geschiktheid voor het uitvoeren van grote energieprojecten.
  • Specifieke expertise voor projecten langs snelwegen.
  • Eisen uit lokaal beleid, zoals regels over ruimtelijke inpassing, natuurwaarden en lokaal eigendom.

Hoe kan ik de landschappelijke en natuurlijke waarden borgen binnen OER?

Een nieuw energiepark in je gemeente heeft altijd impact op de leefomgeving. De Participatiecoalitie vindt dat energieparken méér voor de omgeving moeten doen dan louter energie opwekken. Ze bieden ook grote kansen voor versterking van de biodiversiteit. De Natuur en Milieufederaties hebben hiervoor een loket Energie & Natuur ontwikkeld. Dit loket kan je helpen bij het maken van een natuurinclusief inrichtingsplan voor je OER-project.

Door het hele land zijn bovendien vrijwilligers opgeleid tot Energieboswachters: experts op het gebied van natuur op energieparken. Deze door de provinciale Natuur en Milieufederaties opgeleide Energieboswachters zijn een volwaardige gesprekspartner voor energiecoöperaties, gemeenten en projectleiders. Wil je weten of er in jouw omgeving Energieboswachters actief zijn? Neem dan contact op met de Natuur en Milieufederatie in jouw provincie

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lijsten