Opschalen en doorpakken: stappenplan wijkgericht waterzijdig inregelen

Steeds meer initiatieven helpen hun buurtgenoten gas besparen door cv-installaties waterzijdig in te regelen. Door het slim afstellen van radiatoren en de ketel kan je tot wel 15% besparen. In dit artikel lees je hoe je dat collectief aanpakt. Met o.a. praktische tips voor het samenstellen van je team en het organiseren van de nodige materialen en training. Ook kun je een toolkit met praktische hulpmiddelen downloaden.
Wat is waterzijdig inregelen?
Waterzijdig inregelen, ook wel cv-tuning of cv-optimalisatie genoemd, is het in balans brengen van de waterverdeling in een cv-installatie. Dit wordt bereikt door de juiste doorstroomopeningen op de ventielen van radiatoren in te stellen, zodat alle ruimtes gelijkmatig en comfortabel warm zijn.
Een goed ingeregelde installatie maakt het vervolgens mogelijk om de ketel en regeling efficiënter in te stellen, wat leidt tot een lager gas- en elektriciteitsverbruik. Uit decennialange praktijkervaring blijkt dat waterzijdig inregelen gemiddeld zo'n 10% tot wel 15% energie bespaart in woonhuizen.
Waterzijdig inregelen van cv-installaties biedt een directe kans om het energieverbruik te verlagen en dus energiebesparing te versnellen, cruciaal voor het halen van nationale klimaatdoelen. Bewonersinitiatieven kunnen hierbij een waardevolle rol spelen, gezien de beperkte capaciteit in de technieksector voor grootschalige uitvoering van deze maatregel.
Bekijk hier de handleiding met uitgebreide informatie over de theorie en een praktisch stappenplan.
Achtergrondinformatie
Een paar decennia geleden was het normaal dat iedere cv-installatie waterzijdig werd ingeregeld. Omdat het goed inregelen van een systeem veel tijd in beslag kan nemen, is het bij installateurs echter uit de gratie geraakt. Tijd is immers geld, en installatiebedrijven willen geen potentiële klanten afschrikken met hoge prijzen. De kennis is daarom bij veel van hen niet meer vanzelfsprekend aanwezig.
Sinds 2020 is het wettelijk verplicht om een installatie waterzijdig in te regelen. Dit geldt voor zowel nieuwe installaties, als voor bestaande installaties waarvan de warmtebron (cv-ketel of (hybride) warmtepomp) wordt vervangen of vernieuwd, of wanneer meer dan 30% van de warmtelichamen (zoals radiatoren) worden vervangen.
De technieksector kampt met arbeidstekorten en grote maatschappelijke opgaven. En alhoewel waterzijdig inregelen niet heel ingewikkeld is, duurt het wel even voordat je het goed onder de knie hebt. Daarbij kost iedere inregelklus gemiddeld zo'n 2 tot 4 uur. Daarom zien we in de praktijk dat er van deze wettelijke verplichting niet veel terechtkomt.

Foto: buisklem op radiatorleiding
Wijkgericht waterzijdig inregelen
Er ligt een aanzienlijk besparingspotentieel in de voorraad niet-ingeregelde cv-installaties, met schattingen die variëren van zo'n 75% tot 90% van de Nederlandse woningen. Door wijkgericht waterzijdig inregelen is het mogelijk in de komende jaren zowel huur- als koopwoningen in grote aantallen aan te pakken. Dit biedt niet alleen voordelen voor de bewoners (meer comfort en een lagere energierekening), maar draagt ook bij aan de bredere maatschappelijke doelen, zoals het verlagen van de CO2-uitstoot en het behalen van de nationale klimaatdoelstellingen.
Het wijkgericht aanpakken van waterzijdig inregelen biedt verschillende voordelen ten opzichte van een individuele aanpak:
- Efficiëntie door schaalvoordelen: door op wijk- of regionaal niveau te werken, kunnen lokale teams ervaring opdoen en sneller werken. Vergelijkbare woningen met dezelfde cv-installaties maken het mogelijk om processen te stroomlijnen, wat de snelheid en effectiviteit van het inregelwerk verhoogt.
- Maatwerk en lokale betrokkenheid: wijkgerichte initiatieven maken het mogelijk om maatwerk te leveren, afgestemd op de specifieke situatie van een wijk. Daarnaast bevordert deze aanpak lokale betrokkenheid en versterkt het de netwerken van bewoners, partners, en lokale ondernemers.
- Samenwerking met partners: het betrekken van gemeenten, woningcorporaties en andere lokale organisaties maakt de uitvoering financieel en organisatorisch haalbaarder. Deze partners kunnen niet alleen helpen met financiering, maar ook met het bereiken van de juiste bewoners, zodat het aanbod van waterzijdig inregelen daadwerkelijk de mensen bereikt die er het meeste baat bij hebben.
Uit de praktijk blijkt dat een wijkgerichte of regionale aanpak vaak effectief is. Voorbeelden zoals het BuurtKlusBedrijf in Arnhem en de CV-dokter in Groningen tonen aan dat het inregelen van honderden woningen binnen één stookseizoen goed mogelijk is met de juiste organisatie en lokale samenwerking. Wij maken in dit artikel dankbaar gebruik van hun lessen.

Foto: FIXbrigade bij SiTy Academy Gorinchem
Stappenplan wijkgericht waterzijdig inregelen
Om waterzijdig inregelen effectief op wijkniveau aan te pakken, doorloop je drie fasen: de oriëntatiefase, de voorbereidings- en trainingsfase, en de uitvoeringsfase. In de oriëntatiefase kijk je of jouw initiatief klaar is om deze maatregel op te pakken. In de voorbereidings- en trainingsfase zet je de nodige stappen om partners te betrekken, de strategie voor het project vast te stellen, en je team te werven en op te leiden. Tot slot komt in het stookseizoen de uitvoeringsfase, waarin je de plannen daadwerkelijk in de praktijk brengt.
1) Oriëntatiefase
Voordat je begint met het aanschaffen van spullen en trainen van inregelaars, is het slim om te kijken of jouw initiatief een vruchtbare grond is voor het oppakken van deze maatregel. Indien je aan (bijna) alle onderstaande succesfactoren voldoet, is de kans groot dat je waterzijdig inregel project een succes wordt. Twijfel je of je kunt voldoen, neem dan de tijd om dit iets verder uit te zoeken.
Succesfactoren voor een geslaagd project
- Er is een projectleider beschikbaar, die verantwoordelijk is voor communicatie, samenwerkingsafspraken en begroting/middelen.
- Je verwacht binnen je bestaande netwerk een vrijwilliger of betaalde kracht te kunnen werven die zich in waterzijdig inregelen wil specialiseren en coördinatie- en hoofdklussertaken op zich kan nemen.
- Er is een fysieke uitvalsbasis van waaruit je kunt werken, overleggen en de klusmaterialen kan opslaan.
- Er is een samenwerkingsrelatie met gemeente en/of woningcoöperatie, die (mogelijk) het waterzijdig inregelen willen ondersteunen.
- Er is al een aanbod aan bewoners waarin dit in te bedden is, denk aan energiecoaches, klussendienst, energiefixers.
Waarom aanbieden als onderdeel van een breder aanbod?
Uit de praktijk blijkt dat het aanbieden van waterzijdig inregelen een groter succes is als je het aanbiedt naast een completer aanbod. Denk bijvoorbeeld aan het aanbrengen van radiatorfolie, tochtstrips en dergelijke, maar misschien ook een ‘gewone’ klus zoals het schilderen van een muurtje.
Niet iedereen is bekend met de term waterzijdig inregelen. Andere maatregelen zijn vaak bekender en ook in huis goed zichtbaar. Hierdoor kan een bewoner ook beter beoordelen of hij tevreden is met het resultaat. Als mensen positieve ervaringen hebben met de andere maatregelen die jullie hebben toegepast, zijn ze sneller geneigd te vertrouwen op de waarde van het waterzijdig inregelen.
En minstens zo belangrijk: het geeft je tijdens de wachtmomenten in het inregelproces iets nuttigs te doen, zo haal je het maximale uit een huisbezoek.
2) Voorbereidings- en trainingsfase
In deze fase leg je de basis voor het succes van je waterzijdig-inregelproject. Dit is het moment dat de projectleider het projectplan maakt. Je betrekt de juiste partners en bepaalt de strategie. Samen met je partners bepaal je doelstellingen, regel je financiering en definieer je je doelgroep. Daarnaast stel je een gedreven team samen en zorg je voor de benodigde training om je team de juiste vaardigheden bij te brengen, zodat je in de praktijk effectief kunt werken en de techniek onder de knie krijgt.
2.1 Betrek samenwerkingspartners
- In veel gevallen is de gemeente de eerste potentiële samenwerkingspartner om contact mee te zoeken. De gemeente kan een rol spelen in het financieren van de opleiding, de materialen en/of uren van de klussers, bijvoorbeeld via de Specifieke Uitkering Lokale Aanpak Isolatie (SPUK-regeling), die bedoeld is voor verduurzamingsmaatregelen. Daarnaast kan de gemeente ook een rol spelen in het communiceren van je aanbod richting je doelgroep.
- Het is slim om de samenwerking op te zoeken met energiecoaches. Mogelijk zijn die ondergebracht bij je eigen initiatief, bij de lokale energiecoöperatie, de gemeente of het energieloket. Energiecoaches komen bij veel bewoners thuis; ze kijken naar de woning en luisteren naar het verhaal van de bewoner. Ze kunnen een belangrijke rol spelen in het aanbevelen van of doorverwijzen naar jullie inregel-aanbod.
Wil je met je initiatief meters maken, dan is de woningcorporatie een interessante partner om aan boord te krijgen. Ze hebben veel (sociale) huurders die mogelijk veel baat hebben bij een lagere energierekening. Een ander voordeel: het is fijn om veel dezelfde woningen in te regelen om handigheid te ontwikkelen. Vergelijkbare installaties met dezelfde ketels en dezelfde radiatorkranen scheelt uitzoek- en nadenkwerk, waardoor je sneller meer woningen kan inregelen.
Een betrokken en enthousiaste contactpersoon bij de woningcorporatie is een must, want het opstarten van deze samenwerking kan wel een uitdaging zijn. Je hebt namelijk ook te maken met de installatiepartner waar de woningcorporatie mee samenwerkt, die is verantwoordelijk voor het onderhoud van de cv-installaties. Goed overleg en duidelijke afspraken zijn dus essentieel voordat je als initiatief de installaties gaat inregelen.
Installatiepartners zijn huiverig voor ‘gedoe' en niet-werkende installaties. Logisch, want zij zijn ervoor verantwoordelijk dat de installaties naar behoren werken. Eén van de oplossingen daarvoor is om de bewoners goed te instrueren om contact op te nemen met jouw initiatief bij klachten n.a.v. het inregelen. Daarnaast is het voor alle partijen goed als je transparant bent over de exacte werkzaamheden die je hebt uitgevoerd. Lukt het om tot goede afspraken te komen, dan zijn de baten groot voor alle betrokkenen.
- Het lokale bedrijfsleven is ook nog een interessante samenwerkingspartner. Als je kiest voor de insteek om je inregelaars door te laten stromen naar de technieksector, kan je kijken of er een lokale installateur is die interesse heeft in het mede-financieren van de training.
Wellicht heeft de installateur zelf de kennis over (statisch) waterzijdig inregelen in huis, of is hij bereid die kennis op te doen. In dat geval is er een mooie samenwerkingskans door de inregelaars van je initiatief ‘stage’ te laten lopen bij de installateur in de vorm van een paar keer mee op inregelbezoek.
Let op: het gaat hier wel om de traditionele, 'statische’ methode van waterzijdig inregelen. Bij dynamisch inregelen komen andere zaken kijken, zoals het vervangen van radiatorkranen (zie ook de veelgestelde vragen onder 'waterzijdig inregelen: de basis' voor meer informatie hierover). Dat is werk dat je als initiatief niet hoeft te ambiëren; het vervangen van onderdelen in de installaties laten we over aan de installateur, bovendien is de aanschaf van speciale kranen duur en niet nodig voor een goed resultaat.
2.2 Bepaal je doelstelling
Zelf, of samen met je partners, kan je nu een doel gaan formuleren. Hoeveel woningen wil je inregelen? Een doelstelling geeft je handvatten in het verder organiseren van financiering en het samenstellen van een team. Duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden en verwachtingen zijn daarbij essentieel om samenwerking met partners soepel te laten verlopen.
Hou er rekening mee dat je leertijd inbouwt in je eerste stookseizoen, je bent nog bezig met het ontwikkelen van de vaardigheden. Probeer realistisch, maar ook ambitieus te zijn. Hoe meer woningen je inregelt, hoe beter je de vaardigheid in de vingers krijgt. Na je eerste leerseizoen, kunnen de ambities voor het volgende stookseizoen natuurlijk verder omhoog.
Aangezien de radiatoren tijdens het inregelen meerdere keren opwarmen en afkoelen, kun je alleen in de koude maanden waterzijdig inregelen. Het stookseizoen is het inregelseizoen: oktober t/m april. Als we daar wat vakantieweken vanaf trekken (herfst-, kerst- en voorjaarsvakantie), dan komen we uit op effectief zo'n 26 weken. Een gemiddelde eengezinswoning inregelen kost ongeveer een halve dag.
2.3 Regel financiering
Nu je je doel hebt bepaald, is het tijd om na te denken over de financiering van je project. Subsidie van de gemeente ligt het meest voor de hand. Gemeenten kunnen gebruik maken van de Specifieke Uitkering Lokale Aanpak Isolatie (SPUK-regeling), die bedoeld is voor verduurzamingsmaatregelen en het bevorderen van energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving.
Hoeveel financiering je nodig hebt, hangt af van je doel en aanpak, maar ook van de keuze die je maakt wat betreft eigen bijdrage van bewoners. Ga je het gratis aanbieden? Overweeg je om kapitaalkrachtige bewoners een eigen bijdrage te laten betalen voor de werkzaamheden?
Aan welke kosten moet je denken:
- Projectleiding, communicatie- en coördinatiekosten
- Opleidingskosten
- Uitvalsbasis
- Materiaalkosten
- Verzekering
- Kosten inzet (hoofd)klusser(s)
2.4 Stel je klusteam samen
Een goed team begint bij een steady hoofdklusser; iemand die technische kennis heeft, goed kan communiceren en van aanpakken weet. Dit is de persoon waarbij zowel de projectleider als de klussers terecht kunnen voor vragen. Idealiter neemt deze persoon ook de coördinatie van het klusteam op zich.
De hoofdklusser schiet te hulp bij inhoudelijke vraagstukken, houdt overzicht over de woningdossiers en bouwt gaandeweg expertise op. In het kader van continuïteit en verbetering van je aanbod, is het slim te overwegen hier een betaalde functie van te maken.
Daarnaast wil je nog minimaal 3 mensen werven die, al dan niet vrijwillig, bereid zijn zich voor een langere tijd te committeren aan het inregelen van bijvoorbeeld minimaal 1 woning in de week. Het goed onder de knie krijgen van waterzijdig inregelen kost tijd, je wil dus een team dat bereid is om samen 1 leerseizoen en daarna een opschaalseizoen te doen. Dat betekent een commitment van 2 jaar.
Hoe groot je team wordt, hangt ook af van de doelen die je hebt gesteld in stap 2.
- Rekenvoorbeeld: stel, iedereen uit je team regelt 1 woning per week in. Als je een team van 4 in totaal hebt, en je werkt (zoals aanbevolen) in duo's, betekent dat 2 woningen per week met je initiatief. In totaal kom je dan op 52 woningen per stookseizoen. Wil je meer woningen doen, dan zullen (een paar van) de teamleden meer tijd moeten investeren, of zal je het team groter moeten maken.
Kans: betrek werkzoekenden
Een benadering die zich in de praktijk van waterzijdig inregelen heeft bewezen, is het betrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit model biedt tal van voordelen.
Buurtbewoners die zich willen ontwikkelen, krijgen de kans om waardevolle technische vaardigheden te leren, wat hun kansen op een carrière in de technieksector vergroot — een sector die sterk op zoek is naar extra arbeidskrachten. Dit creëert ruimte voor samenwerking met lokale ondernemers die geïnteresseerd kunnen zijn in het ondersteunen van deze initiatieven, zowel financieel als praktisch. Bovendien spelen gemeenten een actieve rol in het bevorderen van werkgelegenheid voor hun inwoners, en zijn er vaak verschillende subsidiemogelijkheden beschikbaar voor dit soort projecten.
Door je initiatief op deze manier te versterken, voeg je niet alleen extra waarde toe aan je project, maar draag je ook bij aan de bredere sociale en economische ontwikkeling van de wijk.
>> bekijk hier informatie over het ontwikkelpad energiehulp van de FIXbrigade
2.5 Organiseer een training
Voor het inregelen van cv-installatie hoef je geen installateur te zijn, maar het is wel belangrijk dat je goed weet waar je mee bezig bent. Zeker als je het bij andere mensen thuis toepast. Daarom raden we sterk aan dat klusteams een praktijktraining volgen. Zo hebben ze de gelegenheid om vragen te stellen en de theorie goed te snappen. Hierbij hoort ook dat je in de praktijk oefent onder toezicht van een expert. Een paar voorbeelden van partijen* die trainingen voor de 'statische' methode van waterzijdig inregelen aanbieden:
- Heel Nederland: CV Tuning
- Gelderland: BuurtKlusBedrijf
- Friesland, Groningen, Drenthe: Energie in de Transitie
*Horen er meer partijen in dit rijtje? Mail naar vragen@hier.nu.
Leerwerktraject
Wanneer je team de techniek onder de knie heeft en voldoende ervaring heeft opgedaan in de praktijk, kunnen ze volgens het meester– gezel– leerling-model de kennis overdragen aan nieuwe teamleden. Dit betekent dat de meer ervaren teamleden, de 'meesters' en 'gezellen', de nieuwe collega's begeleiden en opleiden in de praktijk.
2.6 Schaf de materialen aan
Zorg dat je inregelaars goed aan het werk kunnen. Daarvoor heb je een (of meerdere) koffer(s) nodig met onderstaande inhoud (zie ook communicatietoolkit):
- het basisgereedschap
- de speciale inregelgereedschappen
- eventueel een laserthermometer, buisklemmen of een warmtebeeldcamera (zie hoofdstuk 1.2 de meetmethode in de handleiding)
- een geplastificeerde handelingenlijst
- een wzi-lijst + potlood voor het noteren van de instellingen
- een knieplankje
- herbruikbare schoenhoesjes
- Afhankelijk van je aanpak ook nog andere materialen, zoals een kaartje om bij bewoners achter te laten, waarop je de aangepaste instellingen noteert.
2.7 Zorg voor een vaste uitvalsbasis
Kies een locatie van waaruit je kunt werken. Dit kan een buurthuis, een centrale eigen ruimte of een andere plaats zijn die goed bereikbaar is voor je team. Hier kun je materialen (gereedschapskoffers e.d.) veilig opslaan. Ook is het de plek waar je team bezoeken kan voorbereiden en nabespreken. Dit komt de kwaliteit van het werk ten goede en het samen nabespreken van bezoeken zorgt voor een steilere leercurve. Een warm kopje koffie of thee is natuurlijk erg prettig in het stookseizoen.
2.8 Breng je verzekering op orde
Controleer of je verzekering eventuele schade dekt die kan ontstaan tijdens het inregelproces. Het gebeurt weinig, maar er is wel een (klein) risico op schade. Denk bijvoorbeeld aan het per ongeluk omstoten van een vaas, of het veroorzaken van een lekkende kraan, die na een nachtje druppelen een plasje water op het laminaat achterlaat.
Werk je met vrijwilligers? Check dan of je gemeente een VNG vrijwilligersverzekering heeft afgesloten. Ben je bijvoorbeeld een bewonersbedrijf of stichting en heb je mensen in dienst, dan past de ZekerVanJeZaak verzekering (link naar pdf) van Interpolis misschien wel bij je. Lees meer over verzekeringen in de toolkit van LEA.
2.9 Bepaal je communicatiestrategie
Een duidelijke en doordachte communicatiestrategie is belangrijk voor het succes van je project. Het zorgt ervoor dat bewoners goed geïnformeerd zijn, dat ze weten wat ze kunnen verwachten en dat ze zich makkelijk kunnen aanmelden voor je dienst. Deze strategie helpt niet alleen bij het verbeteren van de effectiviteit van je project, maar versterkt ook de relatie met je partners. Download <hier> de communicatiekit met voorbeeldteksten die je vrij kunt gebruiken.
Website
Om bewoners te bereiken, kun je verschillende kanalen inzetten. Een van de belangrijkste is je eigen website, als je die hebt. Hier kun je informatie over het project aanbieden, zoals het doel van waterzijdig inregelen, de voordelen, en hoe bewoners zich kunnen aanmelden. Zorg ervoor dat de informatie helder en makkelijk toegankelijk is. Werk je met partners? Kijk dan of zij ook een plek op hun site kunnen inrichten.
Nieuwsbrief
De nieuwsbrief is een uitstekend middel om je boodschap te verspreiden. Niet alleen die van jezelf, maar ook die van je partners en andere partijen die in contact staan met jouw doelgroep. Stuur ze een voorbeeldtekstje zodat de drempel laag is om het bericht te plaatsen.
Flyers en posters
Zorg voor extra zichtbaarheid van je initiatief door flyers en posters te plaatsen op plekken waar je doelgroep komt, zoals buurtcentra, bibliotheken, supermarkten en bijvoorbeeld woningen van de woningcorporatie. Deze materialen moeten kort en duidelijk zijn, met een uitleg over het waterzijdig inregelen, de voordelen, en hoe mensen zich kunnen aanmelden.
Directe communicatie met bewoners
Wil je dat bewoners zich aanmelden of neem je zelf contact met ze op naar aanleiding van een doorverwijzing door bijvoorbeeld een energiecoach? En neem je na aanmelding contact op via e-mail of bel je ze voor het maken van een afspraak? Het is belangrijk om dit proces goed vast te leggen.
Je kunt overwegen om een aanmeldingsformulier op je website aan te bieden. Voor persoonlijker contact kun je daarnaast een informele e-mail sturen waarin je bewoners uitnodigt voor het huisbezoek en waarin je hen vraagt om bepaalde informatie over hun installatie vooraf aan te leveren (bijvoorbeeld een foto van het typeplaatje van de ketel of de radiatorknoppen). Dit bespaart tijd tijdens het bezoek en maakt het proces efficiënter, maar vraagt wel extra inspanning van de bewoner.
Hoe je met bewoners communiceert en wat je van ze vraagt, hangt natuurlijk sterk af van je doelgroep, je samenwerkingspartners en de middelen die je tot je beschikking hebt. Belangrijkste is vooral dat je doet wat je belooft.
Informatie vooraf en achteraf
Stuur bewoners een bevestigingsmail van tevoren waarin je hen uitleg geeft over het bezoek, de verwachte duur en hoe ze zich kunnen voorbereiden. Dit helpt verwachtingen te managen en zorgt voor een vlotte uitvoering van het bezoek. Na afloop van het bezoek kun je overwegen om een evaluatieformulier naar de bewoners te sturen om hun ervaringen te verzamelen en je dienstverlening te verbeteren.
Standaard communicatie
Ook als je geen geavanceerd communicatiesysteem tot je beschikking hebt, is het slim om de communicatie te stroomlijnen. Maak standaard e-mails voor vaste momenten: bijvoorbeeld voor de bevestiging van een aanmelding, voor het versturen van een herinnering een paar dagen voor het bezoek, en na afloop voor een evaluatie. Dit bespaart tijd en zorgt ervoor dat bewoners altijd de juiste informatie ontvangen.
Nazorg
Overweeg om na het inregelen van de installatie een kaartje achter te laten bij de ketel met daarop de oude en nieuwe instellingen, zodat het voor iedereen inzichtelijk is wat er is veranderd. Dit kaartje moet ook je contactgegevens bevatten (zoals website, e-mail en telefoonnummer), zodat de bewoner of een installateur later contact kan opnemen indien nodig. Houd er rekening mee dat dit kaartje lang in de woning kan blijven, dus denk goed na over wat je erop zet. Voeg eventueel ook een korte uitleg toe over waarom het belangrijk is om de ketel goed in te stellen
3) Uitvoeringsfase
In deze fase zet je de plannen om in actie. Dit is het moment om je opgedane kennis toe te passen bij bewoners thuis. Met een duidelijk plan en een goed voorbereid team zorg je voor een efficiënte en gestructureerde uitvoering, zodat je vaardigheden verder ontwikkelen en de bewoners tevreden zijn.
3.1 Oefen je kennis meteen in de praktijk
Na het afronden van de training is het belangrijk om de opgedane theorie- en praktijkkennis direct toe te passen. Oefening is cruciaal, omdat de techniek soms verwatert als je niet snel aan de slag gaat.
Plan voordat de training is afgerond alvast een aantal bezoeken voor de periode direct na de training om verder te gaan met oefenen. Zelfs als je nog niet alles perfect beheerst. Dit helpt je niet alleen om je vaardigheden verder te ontwikkelen, maar ook om vertrouwen op te bouwen in het proces en de techniek.
Werk je samen met energiecoaches? Inventariseer eens of er onder hen animo is voor een bezoek bij henzelf thuis van je inregelteam om de cv-installatie in te regelen. Zo kan het team ervaring opdoen in de praktijk en weten de energiecoaches meteen beter wat ze aanbieden aan bewoners wanneer ze naar jullie dienst doorverwijzen. En de coaches hebben natuurlijk dan zelf ook profijt van hun ingeregelde systeem.
Ken je een ervaren inregelaar in de regio? Kijk dan eens of je een aantal keren kan meelopen. Zie het als een soort stage.
3.2 Stel een gedetailleerd plan van aanpak op
De projectleider heeft eerder in het proces al een aanpak op grote lijnen gemaakt, nu is het tijd voor de hoofdklusser/coördinator om dit verder te concretiseren op huisbezoekniveau. Dit helpt je inregelteam goed voorbereid te zijn en de huisbezoeken efficiënt en effectief uit te voeren. Door een vaste structuur voor elk huisbezoek aan te houden, weten de klussers precies wat ze kunnen verwachten. Dit bevordert consistentie en verhoogt de efficiëntie van het proces. Volg de onderstaande stappen om je aanpak helder en praktisch te maken:
Bezoekstructuur
Bepaal of je één bezoek nodig hebt om het inregelen te voltooien, of dat het beter is om dit over twee bezoeken te verdelen. Bijvoorbeeld:
- Eerste bezoek: Inventarisatie en controle van de installatie (zoals het meten van de temperatuur, het inspecteren van radiatoren en ketelinstellingen).
- Tweede bezoek: Het daadwerkelijke inregelen van de installatie.
Het is belangrijk om deze structuur duidelijk te communiceren naar je team en de bewoners, zodat iedereen weet wat ze kunnen verwachten. - De tijd tussen die twee bezoeken geeft je de gelegenheid om:
- Een specifiek plan op te stellen, elke installatie is tenslotte net een beetje anders
- Op zoek te gaan naar de juiste handleidingen
- De plattegronden met leidingverloop netjes in te tekenen
- Te overleggen met anderen en vragen te stellen aan bijvoorbeeld een installateur
Leg duidelijke verantwoordelijkheden vast
Het is belangrijk om van tevoren te bepalen wie welke taak voor, na en tijdens het huisbezoek uitvoert. Dit voorkomt verwarring en zorgt ervoor dat het werk efficiënt verloopt. Iedereen in het team moet weten wat hun verantwoordelijkheden zijn.
Voorbereiding door de bewoner
Overweeg of je bewoners vooraf informatie wil laten opsturen, zoals details over de cv-installatie. Denk aan een foto van het typeplaatje van de cv-ketel, foto's van de radiatorknoppen, het aantal radiatoren en een plattegrond van de woning indien beschikbaar. Dit geeft je de ruimte om al wat denkwerk te verrichten voorafgaand aan het bezoek en kan het huisbezoek versnellen. Het vergt alleen wel meer inspanning van de bewoner. Als je ervoor kiest om alles ter plekke zelf te doen, zorg dan ook dat je dat duidelijk aangeeft, zodat de bewoner weet wat er van hen verwacht wordt.
Met de juiste materialen op pad
Maak een checklist van de benodigde materialen, zoals gereedschap, meetapparatuur en zorg dat de spullen in een centrale uitvalsbasis liggen waar het team altijd bij kan. Zo zorg je dat het team alles heeft wat nodig is om het huisbezoek efficiënt uit te voeren.
Bepaal je introductie
Voordat je bij de bewoner binnenstapt, zorg ervoor dat je duidelijk maakt wie je bent en wat je komt doen. Stel jezelf voor, leg het doel van het bezoek uit en creëer een vertrouwelijke sfeer. Dit helpt om de verwachtingen helder te stellen en het gesprek op een professionele manier te starten. Nog een tip: vraag of je je schoenen mag aanhouden, of dat de bewoner liever heeft dat je ze uittrekt. Of trek schoenhoesjes over je schoenen aan.
Stel de juiste vragen
Eenmaal binnen ga je even rustig samen zitten en vertel je hoe de rest van het bezoek ongeveer zal verlopen en hoe lang je daar ongeveer mee bezig verwacht te zijn. Daarbij wil je de situatie van de bewoner goed in kaart brengen. Vraag naar de huidige werking van de cv-installatie, eventuele klachten, en specifieke wensen of problemen die ze ervaren. Dit biedt je belangrijke informatie over de installatie.
3.3 Werk in duo's
De ervaren inregelaar kan vaak zelfstandig werken, maar voor beginners is het belangrijk om samen te werken. Het daadwerkelijke inregelen doe je het liefst met z’n tweeën, zodat je kunt overleggen, van elkaar kunt leren en de taken kunt verdelen. De inventarisatie kan eventueel door één persoon worden gedaan, als je kiest voor een los inventarisatiebezoek voorafgaand aan het daadwerkelijke inregelen.
Denk ook aan de sterke punten van je teamleden: de één is misschien sterker in communicatie met bewoners, terwijl de ander technisch beter onderlegd is. Als je met het meester-gezellen-leerling-model werkt, koppel dan een ervaren teamlid aan een minder ervaren lid. Naarmate je team meer ervaring opdoet, kunnen ze eventueel zelfstandig werken, maar begin altijd met duo’s voor een optimale leerervaring.
3.4 Documenteer je werk
Het is belangrijk om je werk goed te documenteren, zowel voor jezelf als voor je team. Dit zorgt voor overzicht, voorkomt miscommunicatie en helpt je om snel weer op te pakken als er iets niet helemaal goed gaat. Gebruik hiervoor een WZI-lijst zoals in de bijlage van de handleiding (link) en zorg dat je na afloop van ieder huisbezoek de volledig ingevulde lijst toevoegt aan je administratie.
Tijdens het bezoek
Begin elk huisbezoek door de instellingen van de kranen en de ketel vast te leggen voordat je aanpassingen maakt – dit is je nulmeting. Schrijf bij iedere wijziging duidelijk op wat je hebt aangepast, zodat beide inregelaars in het duo het proces goed kunnen volgen. Zo krijg je inzicht in je aanpak.
Als je terug moet
Als de bewoner toch nog niet helemaal tevreden is of er blijkt een probleem te zijn en je moet terug, is het wel zo prettig als je dankzij je aantekeningen snel achterhalen waar het misging. Als je de administratie op orde hebt, kun je makkelijk terugvinden waar je bent gebleven en het werk efficiënt voortzetten zonder alles opnieuw uit te zoeken.
Kennis opbouwen
Daarnaast bouw je door het documenteren van je werk een waardevolle database op van kennis en ervaringen. Je kunt daardoor in de toekomst sneller werken, omdat je steeds minder hoeft uit te zoeken, bijvoorbeeld over de juiste instellingen van de ketel. Dit maakt je werk efficiënter en vergroot je vakkennis op lange termijn.
3.5 Doe een check voor je vertrekt
Voordat je vertrekt, zet je het systeem nog een keer aan en controleer je of zowel de verwarming als het warme tapwater goed functioneren. Mocht je per ongeluk een foutje hebben gemaakt bij de instellingen van de ketel, dan zal je die nu zelf tegenkomen en kan je het corrigeren. Deze laatste controle voorkomt dat bewoners na afloop met klachten terugkomen en vergroot de kans op tevredenheid. Zo weet je zeker dat je werk goed is afgerond en dat de bewoner comfortabel kan genieten van het resultaat.
3.6 Evalueer je werk
Na de uitvoering is het belangrijk om het project op twee niveaus te evalueren: binnen je team en met de bewoners.
Binnen het team kun je de bezoeken nabespreken om ervaringen uit te wisselen, te reflecteren op wat goed werkte en te onderzoeken waar verbeteringen mogelijk zijn. Dit helpt om de samenwerking te versterken en de werkwijze te optimaliseren.
Bij de bewoners kun je de tevredenheid peilen door hen een (kort!) evaluatieformulier aan te bieden. Dit biedt waardevolle inzichten aan de hand waarvan, indien nodig, je kunt bijsturen en de dienstverlening voor toekomstige projecten kunt verbeteren.
3.7 Communiceer met je partners
Het is essentieel om heldere en regelmatige communicatie te onderhouden met eventuele samenwerkingspartners, zoals de gemeente, woningcorporaties en energiecoaches. Zorg ervoor dat zij goed op de hoogte zijn van je projectdoelen, de voortgang en de rol die zij spelen in het proces. Dit kan bijvoorbeeld door wekelijkse of maandelijkse overlegmomenten in te plannen, waarbij je updates deelt over het aantal inregelbezoeken, de resultaten en eventuele knelpunten.
Duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden en verwachtingen zijn noodzakelijk om samenwerking soepel te laten verlopen. Bovendien kan transparantie over de behaalde resultaten, successen en knelpunten ervoor zorgen dat partners zich meer betrokken voelen en het project actief blijven ondersteunen.

Foto: EnergieRijk Houten
4. Toolkit waterzijdig inregelen
In deze toolkit vind je:
- Handleiding waterzijdig inregelen
- De WZI-check voor bijvoorbeeld doorverwijzingen vanuit energiecoaches
- Handelingenlijst inregelaars
- Communicatieteksten voor website, nieuwsbrief, socials
- Rechtenvrije en afbeeldingen
Veelgestelde vragen
In deze sectie vind je een lijst met veelgestelde vragen. Staat jouw vraag er niet tussen? Stuur een mail naar vraag@hier.nu en dan beantwoorden we je vraag zo snel mogelijk.