pratende mensen

Stap 2. Onderzoeksfase

 

Technische en economische haalbaarheid & stakeholders

In deze stap onderzoeken we de haalbaarheid van het mini-warmtenet. We duiken de diepte in en bekijken de technische opties en het financiële plaatje. Ook is het tijd om andere partijen te benaderen, die de potentie van de warmtebron en infrastructuur in kaart kunnen brengen en het mini-warmtenet kunnen ontwerpen. 

1. De techniek van een mini-warmtenet

Er bestaan grofweg twee varianten van mini-warmtenetten: 'lichte' en 'zware'. Bij die eerste delen de woningen een warmtebron maar heeft ieder een eigen warmtepomp. De zware is complexer, met onder meer een energiecentrale. In het blok 'verdieping' hieronder lees je meer over het verschil tussen de twee. 

Bij tot 2-10 aansluitingen is een 'licht' mini-warmtenet technisch het meest voor de hand liggend. Deze variant heeft daarom de focus in dit stappenplan.

Verder zijn er qua warmtebron ook nog verschillende smaken mogelijk. Van aquathermie tot bodemenergie of misschien zelfs zonthermie. Wat de beste optie is als warmtebron om het warmtenet mee te voeden, hangt sterk af van de wensen en voorwaarden die bewoners in de vorige stap hebben aangegeven. 

Schakel een deskundige partij in

Voordat we hieronder verder de techniek induiken, willen we allereerst benadrukken dat het in deze fase essentieel is om een deskundige partij in te schakelen die kan helpen bij het onderzoeken van de technische mogelijkheden. 

Een expert kan beoordelen welke technische oplossingen haalbaar zijn en het beste aansluiten bij jullie situatie. Hij of zij kan de potentie van de warmtebron vaststellen en de infrastructuur en het netontwerp verder uitwerken. Hij zal een warmteplan opstellen, een haalbaarheidsstudie uitvoeren en adviseren over de beste technische oplossingen voor jullie mini-warmtenet.

Tips 

  • Bij het zoeken naar de juiste partij kan het helpen om te zoeken via lokale duurzaamheidsinitiatieven of bedrijven die gespecialiseerd zijn in warmtetechnologie. 
  • De technieken achter mini-warmtenetten zijn niet nieuw, maar nog weinig uitgevoerd bij grondgebonden particuliere woningen. Zoek daarom een partij met ervaring in collectieve warmtesystemen.
  • Let bij de selectie ook op aanvullende diensten, zoals onderhoud en storingsservice. Vraag potentiële partijen om dit mee te nemen in hun offerte, zodat je een compleet beeld krijgt van de kosten en ondersteuning op de lange termijn.

     

Verdieping: de techniek van mini-warmtenetten

'Licht' versus 'zwaar' mini-warmtenet

Licht mini-warmtenet

Bij een licht mini-warmtenet delen woningen een warmtebron en iedere woning heeft een eigen warmtepomp. Dit systeem is relatief eenvoudig te realiseren en te beheren, met minder technische en organisatorische complexiteit dan de zware variant. Hierdoor kunnen bewoners sneller en laagdrempeliger overstappen op duurzame warmte. 

Zwaar mini-warmtenet

De zware variant is een totaal ander concept. Technisch gezien is het veel complexer, omdat er een gedeelde energiecentrale nodig is. Je hebt hier ook een gemeenschappelijke technische ruimte voor nodig . Daarnaast heb je, omdat de warmte die naar de huizen getransporteerd wordt van hogere temperatuur is, zwaardere buizen nodig. Omdat het collectieve deel veel complexer is, vraagt de installatie meer beheer en kan het ook organisatorisch een grotere uitdaging vormen dan een licht warmtenet. 

Wanneer welke?

De keuze tussen een licht of zwaar mini-warmtenet hangt af van de wensen van de bewoners en de lokale omstandigheden. Voor grondgebonden woningen met 2-10 aansluitingen is een licht mini-warmtenet vaak een logische keuze.

De zware variant wordt alleen gekozen als daar een duidelijke reden voor is. Dat kan zijn dat de woningen niet voldoende geïsoleerd kunnen worden of dat ze te weinig ruimte hebben voor een warmtepomp. 

Deze handleiding focust op de lichte warmtenetten.

Technische mogelijkheden voor een licht mini-warmtenet

Een licht mini-warmtenet voor 2-10 aansluitingen bestaat uit een gedeelde warmtebron, leidingen naar de woningen en in iedere woning een warmtepomp. Daarbinnen zijn er nog verschillende technische mogelijkheden. Mogelijke warmtebronnen zijn aquathermie (warmte uit oppervlaktewater), gedeelde bodemlussen of zonthermie. 

Lage temperatuur

Wat belangrijk is om in te zien is dat het bij een licht mini-warmtenet altijd gaat om een zeer lage temperatuur (ZLT) van 10 - 30 °C. Dat betekent dat er geen geïsoleerde leidingen nodig zijn. 

De bron bepaalt de aanvoertemperatuur naar de warmtepomp op woningniveau. In de woning wordt deze lage temperatuur met behulp van een warmtepomp opgewaardeerd naar de gewenste temperatuur voor ruimteverwarming en warm tapwater. 

Naast verwarmen is koelen ook steeds belangrijker. Dit kan ook met een zeerlagetemperatuurwarmtenet.

Mogelijkheden voor de warmtebron

Mini-warmtenetten kunnen worden uitgevoerd met verschillende warmtebronnen. Voor een licht mini-warmtenet met 2-10 aansluitingen wordt nu vaak gekozen voor een gedeelde bodemlus of aquathermie. 

Gedeelde bodemlus

Een gedeelde bodemlus onttrekt warmte uit de grond en kan meerdere woningen van energie voorzien. De diepte van de bodemlus hangt af van de lokale bodemgesteldheid, maar bedraagt maximaal 500 meter. 

Het water (of andere vloeistof) dat door de bodemlus stroomt, neemt de warmte op uit de bodem. In elke woning wordt deze warmte verder opgewaardeerd met behulp van een water-waterwarmtepomp, zodat deze geschikt is voor ruimteverwarming en warm tapwater. Hierbij is koeling is ook mogelijk. 

De boringen kunnen duur zijn en een vergunning is vaak nodig. De toepasbaarheid van een bodemlus hangt af van de bodemgesteldheid en moet vooraf bij de gemeente worden nagevraagd. 

Een gedeelde bodemlus is kansrijk als er geen beperking is in bodemdiepte (300-500 meter). Daarnaast is het fijn als de plek waar geboord moet worden makkelijk bereikbaar, is om schade te beperken.

Aquathermie

Bij aquathermie wordt warmte gewonnen uit het oppervlaktewater, zoals een sloot of vijver. Het voordeel van deze techniek is dat je geen dure boring hoeft te doen. Wel is het belangrijk dat de warmtevraag voldoet aan de warmtecapaciteit van het waterlichaam. De vuistregel: per 1,5 Gigajoule per jaar aan warmtevraag is minimaal 1 vierkante meter wateroppervlakte vereist. 

Levering van koude is ook mogelijk. Aquathermie is wel afhankelijk van de grootte van het beschikbare wateroppervlakte. Bij een kleiner waterlichaam wordt de passieve koeling minder. Als het water in de zomer een te hoge temperatuur bereikt, kan ook actief gekoeld worden met de warmtepomp. Het is mooi als je hier eigen zonnestroom voor kan gebruiken. 

In het geval van aquathermie is er een warmtewisselaar nodig in het water. Het is belangrijk dat de vergunningverlener dit goedkeurt. 

Checklist: zijn de woningen geschikt voor een mini-warmtenet?

Waar moet jullie buurt aan voldoen voor een mini-warmtenet? Met deze korte checklist weet je of jullie woningen geschikt zijn of wat er nog moet gebeuren om er wel klaar voor te zijn.

1. Lagetemperatuurverwarming (LT) mogelijk?

Warmtepompen werken het meest efficiënt bij lage temperaturen. Om met lage temparturen comfortabel te kunnen verwarmen zonder onnodig hoge energiekosten, is goede isolatie van de woningen essentieel. 

  • Hebben jullie vloerverwarming of lagetemperatuur-radiatoren? 
  • Zijn de woningen voldoende geïsoleerd? Denk aan:

Spouwmuurisolatie
Dak- en vloerisolatie
Dubbel glas, HR++ of triple glas
Geen grote kieren of tochtproblemen

Als je nu comfortabel op lage temperatuur kunt stoken (50 °C of lager), is je woning geschikt. Tip: Samen isoleren kan onderdeel zijn van het realiseren van een mini-warmtenet. Minder gedoe, meer resultaat.  

Op de website van Milieu Centraal lees je meer over verwarmen op lage temperatuur.
 

2. Staan de woningen dicht genoeg bij elkaar?

  • Rijtjeshuizen of twee-onder-een-kap woningen vormen een goed uitgangspunt. Als de huizen verder uit elkaar staan, zal dit (graaf)kosten met zich meebrengen. Ga als vuistregel uit van woningen die binnen een straal van 100 meter bij elkaar liggen.
  • Worden de huizen niet gescheiden door grote obstakels, zoals drukke wegen of water?
     

3. Ruimte binnen voor een warmtepomp?

  • Is er in de woningen voldoende ruimte om de warmtepomp te plaatsen? Een water-water warmtepomp neemt ongeveer de ruimte van een koelkast in beslag. 
     

Conclusie

Als je op de meeste vragen 'ja' kunt antwoorden, dan is een mini-warmtenet een optie voor jullie buurt! 

Ieder voor zich versus een gezamenlijk mini-warmtenet

Een van je buren stelt vast dé vraag: “Waarom zou ik meedoen met een mini-warmtenet als ik ook zelf een eigen warmtepomp kan installeren? Dat scheelt me geld en gedoe, want ik ben niet afhankelijk van anderen als er iets kapot gaat.”

Deze vraag is begrijpelijk en terecht. Toch kan een gezamenlijk mini-warmtenet technisch een betere optie zijn dan ieder een individuele warmtepomp.

Voordelen mini-warmtenet

  • Een mini-warmtenet is namelijk efficiënter in energieverbruik. Door de constantere temperatuur van het water (aquathermie) of de bodem (bodemlus) gebruikt een water-water warmtepomp minder stroom. Ook biedt het de mogelijkheid van passieve koeling. 
     
  • Er minder geluidsoverlast door gebruik van water-water warmtepomp. Dit type warmtepomp veroorzaakt minder geluidsoverlast dan de standaard lucht-waterwarmtepomp, omdat er geen buitenunit is.

Nadelen mini-warmtenet

  • Aan de andere kant is er voor een mini-warmtenet voldoende ruimte nodig en ontstaat er overlast bij het graven van de leidingen (door de tuin en/of openbare ruimte). Voor de aanleg van een bodemlus is een grote kraan nodig.

Wat is belangrijk?

  • Denk na over de mogelijkheden van warmtebronnen: bodemwarmte (gedeelde bodemlus), aquathermie of zonthermie.
  • Schakel een technisch deskundige partij (installateur) in om te beoordelen welke oplossingen mogelijk zijn voor het mini warmtenet
  • Verzamel informatie over de bestaande infrastructuur, zoals de beschikbare ruimte voor leidingen en warmtepompen. De gemeente kan je hierbij helpen
  • Organiseer een overleg met de gemeente om te bepalen welke vergunningen nodig zijn en of er specifieke wet- en regelgeving van toepassing is 

2. Economische haalbaarheid

Naast de technische mogelijkheden moet ook de economische haalbaarheid worden getoetst. Dit betekent dat alle kosten en baten in kaart worden gebracht om te bepalen of het mini-warmtenet financieel aantrekkelijk is voor de bewoners.

Het kan ook zo zijn dat de gemeente de aanleg van een warmtenet in de buurt, wijk of dorp al aan het plannen is. In dit geval is het lastig om in algemene zin antwoord te geven of een mini-warmtenet beter of goedkoper is. Wat je wel ziet is dat je al snel 10 jaar verder bent voordat een gemeentelijk warmtenet daadwerkelijk geïnstalleerd is. 

Als je niet daarop wil wachten, kan je alsnog kiezen voor een mini-warmtenet (of een individuele oplossing zoals een luchtwarmtepomp). 

Een mini-warmtenet heeft, zoals we al eerder hebben gezien, voordelen ten opzichte van een individuele warmtepomp. Maar het is complexer in organisatie. Een goed onderbouwde businesscase helpt bij het uiteindelijk realiseren. Hij biedt niet alleen inzicht in de financiële haalbaarheid, maar is ook een belangrijk hulpmiddel bij het verkrijgen van subsidies of financiering.

 

Kosten

De belangrijkste kostenposten voor een mini-warmtenet bestaan uit de warmtebron, warmtepomp, infrastructuur, ontwikkelkosten en de installatiekosten.

Daarnaast zijn er ook nog operationele kosten. Denk hierbij aan energiekosten voor de warmtepomp, onderhoudskosten en afschrijfkosten. Houd rekening met het vervangen van apparatuur na 15-20 jaar.

Kosten die je kan verwachten:

  • Aanlegkosten: kosten voor de gedeelde warmtebron (bijv. aquathermie of bodemlus), kosten voor de leidingen en kosten voor de installatie van alles. 
  • Onderzoekskosten: er moeten onderzoeken worden uitgevoerd om de potentie van een warmtebron en technische haalbaarheid te onderzoeken. 
  • Aanschafkosten: elk huishouden heeft een eigen warmtepomp nodig.
  • Proceskosten of organisatorische kosten: kosten voor de technisch adviseur of jurist die je nodig hebt. 
  • Kosten gemeente: sommige gemeenten vragen leges voor vergunningen of eisen juridische afspraken.
  • Kosten voor extra isoleren: kosten voor de woningen isoleren naar de gewenste standaard.
  • Inductiekoken: je gaat met een mini-warmtenet van het gas af, dus moet je investeren in een inductiekookplaat (als je die nog niet hebt).

Wie kan je financieel helpen?

Er zijn veel kosten die je aan de voorkant maakt. Subsidies en andere financieringsmogelijkheden kunnen helpen. Het is ook een optie dat een externe partij helpt met financiering en exploitatie. Hierover  meer onder het kopje  “Zelf investeren of ontzorgd worden”. 

Subsidies en financieringsopties:

  • ISDE-subsidie: voor warmtepompen en collectieve warmtebronnen. Om in aanmerking te komen, moet:
  • Lokale subsidies: sommige gemeenten bieden extra ondersteuning, bijvoorbeeld door een lokale subsidie of duurzaamheidslening. 
  • Duurzaamheidsleningen: via het Nationaal Warmtefonds of regionale initiatieven.
  • Extra financiële ruimte binnen je hypotheek: via het Energiebespaarbudget kan je tot 6% van je woningwaarde lenen om je woning te verduurzamen.

Wat levert het mini-warmtenet op?

Een mini-warmtenet is een flinke investering, maar brengt ook baten. Zoals we eerder al zagen, is een van die voordelen dat je minder geluidsoverlast hebt. Je bent daarnaast minder afhankelijk van de planning van de gemeente om aardgasvrij te worden én van nationale en internationale schommelingen in de gasprijzen. Maar ook financieel zijn er voordelen:

  • Kostenbesparing op energie: door collectief een bodemwarmtebron te gebruiken, verbruikt de warmtepomp minder stroom dan een individuele luchtwarmtepomp. Zonnepanelen helpen hier ook. 
  • Waardestijging van de woning: een energiezuinig huis kan meer waard worden.

Businesscase voor een mini-warmtenet

De kosten-batenanalyse maakt deel uit van de businesscase. Wat een goed uitgewerkte businesscase verder bevat? Een kernachtige beschrijving van de aanleiding, waarom het mini-warmtenet wordt opgezet, is essentieel. Bijvoorbeeld: 'Bijdragen aan een duurzame warmtevoorziening voor de buurt en kosten besparen op de lange termijn.'

Opzet businesscase

1. Je begint met de scope.

Geef aan hoeveel aansluitingen er zijn en hoe het warmtenet er technisch uit gaat zien. Bijvoorbeeld: 'ZLT-systeem met een gedeelde bodemlus.'

Zorg dat iemand die er niet rechtstreeks bij betrokken is, een goed beeld krijgt van het project. Ook vergunningen of isolatievereisten zijn daarbij goed om te vermelden.

Tip: Betrek je buren in dit proces en zorg dat iedereen het eens is over het doel en de scope.

2. Maak een kosten-batenanalyse. Wat gaat het kosten en wat levert het je op?  

3. Bereken de terugverdientijd

Het is natuurlijk leuk om uit te gaan van het meest optimistische scenario, maar probeer ook over een realistisch en pessimistisch scenario na te denken.

  • Optimistisch scenario: lage kosten, hoge besparingen en maximale subsidies, waardoor de terugverdientijd kort is.
  • Realistisch scenario: gemiddelde kosten en besparingen en gemiddeld subsidiebedrag, met een realistische terugverdientijd.
  • Pessimistisch scenario: hogere kosten en lagere besparingen, bijvoorbeeld door onverwachte tegenvallers. De terugverdientijd van de investering is lang.

Tip: bereken per scenario de terugverdientijd en totale kosten/baten over 15-20 jaar. Ook wel Total Cost of Ownership (TCO) genoemd.

Voorbeeld TCO

Totale investering per woning: € 15.000
Jaarlijkse besparing: € 1.200
Terugverdientijd: € 15.000 / € 1.200 = 12,5 jaar

4. Onderzoek de risico’s en breng deze in kaart. 

Kijk waar je van een bepaald risico ook een kans kunt maken en zo het risico kan minimaliseren. Duidelijke afspraken en garanties van leveranciers bijvoorbeeld, kunnen een goede oplossing zijn voor het risico van technisch onderhoud. 

Risico's 

Neem in ieder geval deze categorieën risico’s mee in je businesscase:

Laat technische risico’s in kaart brengen door de deskundige partij. Denk bijvoorbeeld aan:

  1. Bodeminterferentie bij bodemlussen.
  2. Storingen in warmtepompen.
  3. Gebrek aan ruimte in woningen voor plaatsen warmtepompen.
  4. Gebrek aan ruimte in de ondergrond.

Organisatorische risico’s:

  1. Gebrek aan samenwerking tussen bewoners.
  2. Onvoldoende kennis of ervaring bij de uitvoerende partij.
  3. Onduidelijkheid over vergunningsverleningsproces en/of lange doorlooptijden bij de gemeente.
  4. Verhuizing van een van de buren midden in het proces.

Financiële risico’s:

  1. Onvoorziene kosten tijdens de aanleg.
  2. Subsidie die lager uitvalt dan verwacht of wordt niet toegekend.
  3. De TCO valt hoger uit dan de levensduur van de technische installatie waardoor er geen terugverdientijd mogelijk is.

Voorbeeld businesscase

Next2CCompany heeft een indicatieve business case voor mini-warmtenetten gepubliceerd waarmee je een mini-warmtenet kan vergelijken met stoken op aardgas en een individuele warmtepomp. In de meeste situaties is dit voldoende informatie en biedt het een algemeen rekenmodel om de economische haalbaarheid aan te toetsen.

3. Met welke partijen ga je samenwerken

Het betrekken van de juiste partijen waar je mee samenwerkt in deze fase is van groot belang om technische en financiële expertise in kaart te brengen en een solide netwerk op te bouwen. Hierbeneden tref je een overzicht aan van de belangrijkste stakeholders. We raden je aan om hen bij je project te betrekken. 

Technisch deskundige partij (installateur)

Een technisch deskundige partij (installateur) kan helpen bij het ontwerpen van het systeem, het kiezen van de juiste warmtebron en een inschatting geven van de kosten.

Tips:

  • Betrek een installatiebedrijf of adviseur met ervaring met collectieve warmtesystemen.
  • Offertes opvragen geef je inzicht, en in veel gevallen zijn daar geen kosten aan verbonden. 

 

Gemeente

De gemeente kan ondersteuning bieden met vergunningen, subsidies en advies over mogelijk andere projecten in de buurt.

Tips:

  • Neem contact op met de afdeling energietransitie van je gemeente.
  • De gemeente kan vaak informatie verschaffen over subsidies en financieringen die beschikbaar zijn voor duurzame energieprojecten. Ook kan de gemeente soms zelfs extra subsidies verstrekken om collectieve energie-initiatieven te stimuleren

Afhankelijk van het technisch concept zijn specifieke vergunningen nodig. Denk aan een graafvergunning voor het leggen van leidingen, een vergunning voor het benutten van bodem of oppervlaktewater of een vergunning voor het plaatsen van een technische ruimte of collectieve warmtepomp – afhankelijk van het bestemmingsplan. Deze vergunningen vloeien meestal voort vanuit het omgevingsplan of beleid van de lokale gemeente (bron: NPLW handreiking mini-warmtenetten).

Energiecoöperatie

De energiecoöperatie in jouw gemeente kan wellicht helpen bij de organisatorische kant.

Tip:

Bekijk welke initiatieven er in jouw gemeente zijn die je mogelijk kunnen helpen, zoals een energiecoöperatie, andere buurtinitiatieven of het energieloket.

De buren

De buren zijn misschien wel het belangrijkste om uiteindelijk het idee te laten slagen. Begin met de buren die het meeste enthousiasme tonen. Zij kunnen weer helpen andere te overtuigen.

Tip:

  • Iedereen kan een andere reden hebben om mee te doen met het mini-warmtenet. Het is belangrijk om die ruimte te laten. Geld, duurzaamheid, 'de cv was aan vervanging toe' of gewoon omdat het gezellig is. 

Financiële instellingen

Financiële instellingen zoals banken als Rabobank en Triodos hebben interesse getoond in de financiering van mini-warmtenetten en kunnen helpen met projectfinanciering.

Tip:

  • Benader het Warmtefonds voor financiering en het Energiefonds als je op zoek bent naar aanvullende publieke financiering voor moeilijk financierbare projecten.

Meer lezen over technische haalbaarheid van mini-warmtenetten:

Vorige hoofdstuk 

< Stap 1. Initiatiefase

Volgende hoofdstuk

Stap 3. Richting kiezen >

Dit stappenplan is een uitgave van klimaatstichting HIER in samenwerking met de Natuur en Milieufederaties.

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lijsten