In deze stap onderzoeken we de haalbaarheid van het mini-warmtenet. We duiken de diepte in en bekijken de technische opties en het financiële plaatje. Ook is het tijd om andere partijen te benaderen, die de potentie van de warmtebron en infrastructuur in kaart kunnen brengen en het mini-warmtenet kunnen ontwerpen.
1. De techniek van een mini-warmtenet
Er bestaan grofweg twee varianten van mini-warmtenetten: 'lichte' en 'zware'. Bij die eerste delen de woningen een warmtebron maar heeft ieder een eigen warmtepomp. De zware is complexer, met onder meer een energiecentrale. In het blok 'verdieping' hieronder lees je meer over het verschil tussen de twee.
Bij tot 2-10 aansluitingen is een 'licht' mini-warmtenet technisch het meest voor de hand liggend. Deze variant heeft daarom de focus in dit stappenplan.
Verder zijn er qua warmtebron ook nog verschillende smaken mogelijk. Van aquathermie tot bodemenergie of misschien zelfs zonthermie. Wat de beste optie is als warmtebron om het warmtenet mee te voeden, hangt sterk af van de wensen en voorwaarden die bewoners in de vorige stap hebben aangegeven.
Schakel een deskundige partij in
Voordat we hieronder verder de techniek induiken, willen we allereerst benadrukken dat het in deze fase essentieel is om een deskundige partij in te schakelen die kan helpen bij het onderzoeken van de technische mogelijkheden.
Een expert kan beoordelen welke technische oplossingen haalbaar zijn en het beste aansluiten bij jullie situatie. Hij of zij kan de potentie van de warmtebron vaststellen en de infrastructuur en het netontwerp verder uitwerken. Hij zal een warmteplan opstellen, een haalbaarheidsstudie uitvoeren en adviseren over de beste technische oplossingen voor jullie mini-warmtenet.
Tips
- Bij het zoeken naar de juiste partij kan het helpen om te zoeken via lokale duurzaamheidsinitiatieven of bedrijven die gespecialiseerd zijn in warmtetechnologie.
- De technieken achter mini-warmtenetten zijn niet nieuw, maar nog weinig uitgevoerd bij grondgebonden particuliere woningen. Zoek daarom een partij met ervaring in collectieve warmtesystemen.
Let bij de selectie ook op aanvullende diensten, zoals onderhoud en storingsservice. Vraag potentiële partijen om dit mee te nemen in hun offerte, zodat je een compleet beeld krijgt van de kosten en ondersteuning op de lange termijn.
Verdieping: de techniek van mini-warmtenetten
'Licht' versus 'zwaar' mini-warmtenet
Licht mini-warmtenet
Bij een licht mini-warmtenet delen woningen een warmtebron en iedere woning heeft een eigen warmtepomp. Dit systeem is relatief eenvoudig te realiseren en te beheren, met minder technische en organisatorische complexiteit dan de zware variant. Hierdoor kunnen bewoners sneller en laagdrempeliger overstappen op duurzame warmte.
Zwaar mini-warmtenet
De zware variant is een totaal ander concept. Technisch gezien is het veel complexer, omdat er een gedeelde energiecentrale nodig is. Je hebt hier ook een gemeenschappelijke technische ruimte voor nodig . Daarnaast heb je, omdat de warmte die naar de huizen getransporteerd wordt van hogere temperatuur is, zwaardere buizen nodig. Omdat het collectieve deel veel complexer is, vraagt de installatie meer beheer en kan het ook organisatorisch een grotere uitdaging vormen dan een licht warmtenet.
Wanneer welke?
De keuze tussen een licht of zwaar mini-warmtenet hangt af van de wensen van de bewoners en de lokale omstandigheden. Voor grondgebonden woningen met 2-10 aansluitingen is een licht mini-warmtenet vaak een logische keuze.
De zware variant wordt alleen gekozen als daar een duidelijke reden voor is. Dat kan zijn dat de woningen niet voldoende geïsoleerd kunnen worden of dat ze te weinig ruimte hebben voor een warmtepomp.
Deze handleiding focust op de lichte warmtenetten.
Technische mogelijkheden voor een licht mini-warmtenet
Een licht mini-warmtenet voor 2-10 aansluitingen bestaat uit een gedeelde warmtebron, leidingen naar de woningen en in iedere woning een warmtepomp. Daarbinnen zijn er nog verschillende technische mogelijkheden. Mogelijke warmtebronnen zijn aquathermie (warmte uit oppervlaktewater), gedeelde bodemlussen of zonthermie.
Lage temperatuur
Wat belangrijk is om in te zien is dat het bij een licht mini-warmtenet altijd gaat om een zeer lage temperatuur (ZLT) van 10 - 30 °C. Dat betekent dat er geen geïsoleerde leidingen nodig zijn.
De bron bepaalt de aanvoertemperatuur naar de warmtepomp op woningniveau. In de woning wordt deze lage temperatuur met behulp van een warmtepomp opgewaardeerd naar de gewenste temperatuur voor ruimteverwarming en warm tapwater.
Naast verwarmen is koelen ook steeds belangrijker. Dit kan ook met een zeerlagetemperatuurwarmtenet.
Mogelijkheden voor de warmtebron
Mini-warmtenetten kunnen worden uitgevoerd met verschillende warmtebronnen. Voor een licht mini-warmtenet met 2-10 aansluitingen wordt nu vaak gekozen voor een gedeelde bodemlus of aquathermie.
Gedeelde bodemlus
Een gedeelde bodemlus onttrekt warmte uit de grond en kan meerdere woningen van energie voorzien. De diepte van de bodemlus hangt af van de lokale bodemgesteldheid, maar bedraagt maximaal 500 meter.
Het water (of andere vloeistof) dat door de bodemlus stroomt, neemt de warmte op uit de bodem. In elke woning wordt deze warmte verder opgewaardeerd met behulp van een water-waterwarmtepomp, zodat deze geschikt is voor ruimteverwarming en warm tapwater. Hierbij is koeling is ook mogelijk.
De boringen kunnen duur zijn en een vergunning is vaak nodig. De toepasbaarheid van een bodemlus hangt af van de bodemgesteldheid en moet vooraf bij de gemeente worden nagevraagd.
Een gedeelde bodemlus is kansrijk als er geen beperking is in bodemdiepte (300-500 meter). Daarnaast is het fijn als de plek waar geboord moet worden makkelijk bereikbaar, is om schade te beperken.
Aquathermie
Bij aquathermie wordt warmte gewonnen uit het oppervlaktewater, zoals een sloot of vijver. Het voordeel van deze techniek is dat je geen dure boring hoeft te doen. Wel is het belangrijk dat de warmtevraag voldoet aan de warmtecapaciteit van het waterlichaam. De vuistregel: per 1,5 Gigajoule per jaar aan warmtevraag is minimaal 1 vierkante meter wateroppervlakte vereist.
Levering van koude is ook mogelijk. Aquathermie is wel afhankelijk van de grootte van het beschikbare wateroppervlakte. Bij een kleiner waterlichaam wordt de passieve koeling minder. Als het water in de zomer een te hoge temperatuur bereikt, kan ook actief gekoeld worden met de warmtepomp. Het is mooi als je hier eigen zonnestroom voor kan gebruiken.
In het geval van aquathermie is er een warmtewisselaar nodig in het water. Het is belangrijk dat de vergunningverlener dit goedkeurt.
- lees meer over aquathermie in de Handleiding aquathermie van verkenning tot realisatie
Checklist: zijn de woningen geschikt voor een mini-warmtenet?
Waar moet jullie buurt aan voldoen voor een mini-warmtenet? Met deze korte checklist weet je of jullie woningen geschikt zijn of wat er nog moet gebeuren om er wel klaar voor te zijn.
1. Lagetemperatuurverwarming (LT) mogelijk?
Warmtepompen werken het meest efficiënt bij lage temperaturen. Om met lage temparturen comfortabel te kunnen verwarmen zonder onnodig hoge energiekosten, is goede isolatie van de woningen essentieel.
- Hebben jullie vloerverwarming of lagetemperatuur-radiatoren?
- Zijn de woningen voldoende geïsoleerd? Denk aan:
✓ Spouwmuurisolatie
✓ Dak- en vloerisolatie
✓ Dubbel glas, HR++ of triple glas
✓ Geen grote kieren of tochtproblemen
Als je nu comfortabel op lage temperatuur kunt stoken (50 °C of lager), is je woning geschikt. Tip: Samen isoleren kan onderdeel zijn van het realiseren van een mini-warmtenet. Minder gedoe, meer resultaat.
Op de website van Milieu Centraal lees je meer over verwarmen op lage temperatuur.
2. Staan de woningen dicht genoeg bij elkaar?
- Rijtjeshuizen of twee-onder-een-kap woningen vormen een goed uitgangspunt. Als de huizen verder uit elkaar staan, zal dit (graaf)kosten met zich meebrengen. Ga als vuistregel uit van woningen die binnen een straal van 100 meter bij elkaar liggen.
- Worden de huizen niet gescheiden door grote obstakels, zoals drukke wegen of water?
3. Ruimte binnen voor een warmtepomp?
- Is er in de woningen voldoende ruimte om de warmtepomp te plaatsen? Een water-water warmtepomp neemt ongeveer de ruimte van een koelkast in beslag.
Conclusie
Als je op de meeste vragen 'ja' kunt antwoorden, dan is een mini-warmtenet een optie voor jullie buurt!
Ieder voor zich versus een gezamenlijk mini-warmtenet
Een van je buren stelt vast dé vraag: “Waarom zou ik meedoen met een mini-warmtenet als ik ook zelf een eigen warmtepomp kan installeren? Dat scheelt me geld en gedoe, want ik ben niet afhankelijk van anderen als er iets kapot gaat.”
Deze vraag is begrijpelijk en terecht. Toch kan een gezamenlijk mini-warmtenet technisch een betere optie zijn dan ieder een individuele warmtepomp.
Voordelen mini-warmtenet
- Een mini-warmtenet is namelijk efficiënter in energieverbruik. Door de constantere temperatuur van het water (aquathermie) of de bodem (bodemlus) gebruikt een water-water warmtepomp minder stroom. Ook biedt het de mogelijkheid van passieve koeling.
- Er minder geluidsoverlast door gebruik van water-water warmtepomp. Dit type warmtepomp veroorzaakt minder geluidsoverlast dan de standaard lucht-waterwarmtepomp, omdat er geen buitenunit is.
Nadelen mini-warmtenet
- Aan de andere kant is er voor een mini-warmtenet voldoende ruimte nodig en ontstaat er overlast bij het graven van de leidingen (door de tuin en/of openbare ruimte). Voor de aanleg van een bodemlus is een grote kraan nodig.
Wat is belangrijk?
- Denk na over de mogelijkheden van warmtebronnen: bodemwarmte (gedeelde bodemlus), aquathermie of zonthermie.
- Schakel een technisch deskundige partij (installateur) in om te beoordelen welke oplossingen mogelijk zijn voor het mini warmtenet
- Verzamel informatie over de bestaande infrastructuur, zoals de beschikbare ruimte voor leidingen en warmtepompen. De gemeente kan je hierbij helpen
- Organiseer een overleg met de gemeente om te bepalen welke vergunningen nodig zijn en of er specifieke wet- en regelgeving van toepassing is